EGAM Kruijk Publishing

  • Stacks Image 29

    Caption Text

    Link
  • Stacks Image 30

    Caption Text

    Link

Eleonora Kruijk

Eleonora (Noortje) Kruijk ontwikkelde al op prille leeftijd een fascinatie voor muziek en toneel. Zangeressen als Billie Holiday, Nancy Wilson, Kate Bush en Diana Ross deden daarbij al vroeg hun invloed gelden.

Ze ging zangles geven bij Jeugdtheater Hofplein in Rotterdam en zette haar eigen zangpraktijk op onder de naam Zij van Zang.

Omdat ze vindt dat er meer uit een stem valt te halen ontwikkelde ze een nieuwe zangmethode: Method Singing. Dit resulteerde in 'Het Grote Onvermijdelijke Werkboek Voor Zangers' en recentelijk de werkboeken 'Method Singing' en 'Intonatie & Eenvoudige Muziektheorie'.


Method Singing
Method Singing © is een manier van zingen waarbij techniek, emotie en ‘echtheid’ – authenticiteit – op een zo natuurlijk mogelijke wijze samengaan. Het is te vergelijken met Method Acting voor acteurs, maar dan toegepast op je stem. Kennis van je instrument, je lichaam, is belangrijk om goed te kunnen zingen en om je stem gezond te houden. De basisprincipes Een belangrijk principe van Method Singing is dat je lichaam in balans moet zijn en dat je de spieren die je stem beïnvloeden leert (her)kennen en leert beheersen. Zoals bij een huis de fundering net zo belangrijk is als het dak, moet je je bij zingen altijd bewust zijn van je gehele lichaam, van je tenen tot en met je kruin. Door je bewust te zijn van de verbinding van je voeten (je fundament) met je hoofd (je zolder), bevorder je dat je spieren samenwerken. In Method Singing is daarom veel aandacht voor klankvorming en klankplaatsing, in combinatie met een gecontroleerde ademondersteuning. Flexibel gebruik van je (lage) buikspieren tijdens een uitademing voorkomt dat je je middenrif vastzet. Je bekkenbodemspieren zijn belangrijk voor het creëren van voorspanning. Voorspanning zorgt ervoor dat je ademhalingsapparaat optimaal kan werken. Bij Method Singing wordt uitgegaan van een aantal vaste regels voor het vormen van klinkers, met als doel je klank zo goed mogelijk in je toonpunt te plaatsen en te houden. Deze regels zijn er vooral om je bewust te maken van het spiergevoel van een klank (je zangersmond of 'zangersembouchure'). Daarnaast ben je als zanger bezig met een vorm van voordrachtskunst. Jouw manier van interpreteren en de ruimte die je aan je interpretatie geeft, beïnvloeden je stemgeluid. Ook kan het repertoire dat je zingt om een andere (spier)benadering vragen. Techniek, interpretatie en emotie dienen met elkaar in een soepel evenwicht te zijn, zodat je kunt zingen hoe en wat je wilt, zonder je stem te forceren. Method Singing vraagt ook om een andere benadering van de leerling door de zangdocent. In plaats van het routinematig afdraaien van oefeningen, omdat je dat nu eenmaal zelf ooit zo geleerd hebt, wordt er van je gevraagd je vooral te verdiepen in de lichamelijke capaciteiten en het leervermogen (het 'adaptief vermogen') van de leerling en je zangles daarop aan te passen. De ene leerling is immers de andere niet en je kunt er van uitgaan dat ze vrijwel allemaal een andere basis hebben dan jij had, toen je zelf begon met zingen. Door gericht vragen te stellen vergroot je het inzicht in je leerlingen en ga je begrijpen waarom een oefening, die voor jou zelf altijd goed gewerkt heeft, niet persé het gewenste effect heeft bij je leerling.